Het is mogelijk om al tijdens je zwangerschap te onderzoeken of jouw ongeboren baby aangeboren aandoeningen heeft. Dit heet prenatale screening.
Voor de prenatale screening wordt de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) gebruikt. Het is een bloedtest die bij jou wordt afgenomen. In het bloed zit ook een klein beetje DNA van de placenta (moederkoek). Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van jouw kind. Het laboratorium kan zo onderzoeken of er bij jouw baby een aanwijzing is voor down-, edwards- of patausyndroom. De test geeft bijna 100% zekerheid. Je kunt de NIPT laten doen vanaf 10 weken zwangerschap. Je bepaalt zelf of je deze test wilt laten doen en wat je met de uitslag doet.
Meer informatie zie je in het filmpje van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu of in deze folder.
