Wanneer wordt een uitwendige versie gedaan?
In principe kan je baby, mits er voldoende vruchtwater is, vanaf 36-37 weken tot aan de bevalling gedraaid worden. Daarvóór kan de baby vaak zelf nog draaien. baby's veranderen vaak van ligging in de zwangerschap. Rond 30 weken ligt nog ongeveer 25% van de baby's in stuitligging. Bij 36-37 weken ligt nog 3-4% in stuitligging.
Hoe gaat een uitwendige versie?
Het is belangrijk dat je blaas leeg is voorafgaand aan de uitwendige versie. Je ligt op de onderzoeksbank in een ontspannen houding met opgetrokken knieën. De verloskundige omvat met beide handen de billen van de baby en brengt deze naar één kant van het bekken. Daarna wordt de baby met één hand op deze plaats gehouden en met de andere hand wordt het hoofd naar beneden bewogen. Door de billen omhoog en het hoofd langzaam naar beneden te bewegen, zal de baby meestal zelf verder draaien.
Echo voor de uitwendige versie
Voordat de verloskundige de baby draait, wordt altijd een echo gemaakt om te bepalen of een uitwendige versie uitvoerbaar en zinvol is. De echoscopist(e) kijkt naar de ligging van je baby, de hoeveelheid vruchtwater, de ligging van de placenta en naar aangeboren afwijkingen die een enkele keer een oorzaak van de stuitligging kunnen zijn. Meestal is er geen probleem voor een uitwendige versie.
Wie voert de uitwendige versie uit?
Afhankelijk van de situatie in jouw regio zal jouw verloskundige zelf de versie uitvoeren. Zij kan je ook verwijzen naar een andere verloskundige of naar de gynaecoloog. Deze verloskundige of gynaecoloog heeft veel ervaring met uitwendige versies.